Bouwteamaanbestedingen draaien vaak 100% om kwaliteit. Dat betekent dat je een middelmatig EMVI-/BPKV-plan niet meer kunt compenseren met een scherpe prijs! Alleen het allerbeste plan is goed genoeg. Maar hoe schrijf je dan zo plan en hoe overtuig je de opdrachtgever dat jullie de ideale bouwteampartner zijn!
Stephana Verswijveren geeft voor Bouwmeesters Training en Advies de succesvolle cursus Bouwteams winnen. Stephana heeft meegewerkt aan meer dan 50 winnende bouwteamtenders en is een door de wol geverfde EMVI/BPKV-plannen schrijver. Ze heeft inmiddels 100 tenders op haar naam staan, waarvan meer dan 70% gewonnen.
Stephana deelt hier alvast haar 3 gouden tips over bouwteamtenders winnen:
1. Begrijp de waarom
Iedere opdrachtgever heeft een andere reden om een project in bouwteamverband op te pakken. Achterhaal die reden. Sommige opdrachtgevers hebben zelf te weinig ontwerpcapaciteit en leggen daarom de rest van het ontwerp neer bij het bouwteam. Dan kun je wellicht toegevoegde waarde leveren met (extra) ontwerpcapaciteit. Andere opdrachtgevers vinden het gewoon leuk en leerzaam om in bouwteams te werken. Zorg dan voor de ‘fun factor’ of deel waardevolle kennis. Ik geef nu wat losse voorbeelden, maar eigenlijk moet de ‘waarom’ van de opdrachtgever als een rode draad door het bouwteamproces lopen. Steeds hetzelfde bouwteamproces in je plan neerzetten is in mijn optiek dan ook echt een ‘no no’.
2. Aandacht voor teamvorming
Besteed in je bouwteamplan wat meer aandacht aan de teamvorming. In een ander type plan doen we het stukje ‘teamvorming’ vaak af met één maatregel, de welbekende PSU, waarin we kennismaken, het contract doornemen en de gezamenlijke planning maken. Dat is voor een bouwteamplan niet voldoende. Teamvorming is namelijk nóg belangrijker in een bouwteamproject. Je gaat immers op een andere, intensievere manier samenwerken met de opdrachtgever en andere bouwteamdeelnemers. Daarom is het goed om hier net even wat uitgebreider bij stil te staan. Probeer in je plan eens om drie maatregelen aan ‘teamvorming’ te besteden in plaats van een.
3. Niet te stellig zijn
Je vormt straks met de opdrachtgever een team. Jullie doorlopen samen nog (een deel van) het ontwerpproces. Hoe jullie dat proces doorlopen bepalen jullie samen. Daarom is het belangrijk dat je niet te stellig bent in de omschrijving van dat proces. Ben je dat wel, dan riskeer je dat je de beoordelaar het gevoel geeft dat er straks geen ruimte is voor zijn inbreng. Niet te stellig zijn, wil niet zeggen dat je niet smart hoeft te schrijven. Integendeel. Alleen je past een handige ‘work around’ toe.
Je schrijft bijvoorbeeld “Wij stellen voor om… [smart maatregel].” in plaats van “Wij doen… [smart maatregel].”. Het is daarbij wel zo handig dat je ergens in je plan opneemt dat je, bijvoorbeeld bij de project start up, met de opdrachtgever en de andere bouwteamleden vaststelt hoe je het bouwteamproces gaat doorlopen.